Moeder Nijlgans met de kleintjes
Nijlganzen komen in het wild voor in Afrika, ten zuiden van
de Sahara en in de Nijlvallei.
In Vlaanderen worden ze als siervogel gehouden.
Ontsnappingen liggen aan de basis van de in het wild voorkomende exemplaren. De
vogels hebben zich weten aan te passen aan de nieuwe omgeving en blijven het
jaar rond. De Nijlgans werd in ons land voor het eerst in het wild gesignaleerd
in 1984. Het eerste koppel broedende ganzen werd waargenomen in Oost-Vlaanderen
in 1984.
Nu verblijft er een gezinnetje in het Sterrebos.
De Nijlgans is eigenlijk geen echte gans alhoewel hij
daartoe gerekend wordt. Hij is een naaste verwant van de bergeend.
Niettegenstaande de Nijlgans een mooie vogel is, is hij geen
graag geziene gast omdat hij een bedreiging vormt voor onze biodiversiteit. Ze zorgen
dagelijks voor meer dan een halve kg. uitwerpselen en verontreinigen daardoor het
bodemoppervlak en het water. Daarnaast ontstaat er competitie voor ruimte en voedsel met
inheemse dieren die gebruik maken van eenzelfde soort habitat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten